Werkbaar werk staat hoog op de agenda bij sociale partners. Zowel werkgevers als vakbonden hebben baat bij de organisatie van werkplekken die werkbaar zijn.
Het thema komt aan bod op de verschillende niveaus van het sociaal overleg:
Federaal werd aan de sociale partners gevraagd input te geven voor de ideeën van Minister voor Werk, Kris Peeters (2016). Peeters liet begin 2017 een nieuwe wet rond wendbaar en werkbaar werkgoedkeuren (weliswaar zonder instemming van de vakbonden). Intussen is een proces op gang gebracht waarbij Paritaire comités (die instaan voor het sectoraal overleg) de mogelijkheden opgesomd in deze wet, moeten concretiseren per sector.
Op Vlaams niveau is er de SERV die met de Stichting Innovatie & Arbeid de werkbaarheidsmonitor presenteert. Bovendien werkte deze Stichting een toolkit uit rond werkbaar werk.
Door het VESOC is het thema ‘werkbaar werk’ voortaan een vast onderdeel van de sectoraal op te maken sectorconvenants geworden.
Binnen de social-profitsector nam het paritair beheerde VIVO het thema mee op in het laatste sectorconvenant, met eerst een onderzoeksluik, en vervolgens concrete acties. Het opzetten van deze website waardevolwerk.be was een logisch vervolg.
Ook op bedrijfsniveau spelen sociale partners een actieve rol in de bespreking van werkbaar werk:
Op Vlaams niveau zijn er 6 sectoren (paritaire comités 318.02, 319.01, 327.01, 329.01, 330, 331) betrokken bij de social profit.
Aan werkgeverszijde zijn de representatieve werkgeversfederaties actief in de social profit, overkoepeld door VERSO. Werkgeversfederaties verdedigen in de eerste plaats de belangen van hun leden bij de verschillende overheden en andere beleidsactoren. Daarnaast spelen ze een belangrijke rol bij de verspreiding van informatie en sensibilisering.
Als koepel van de social profitfederaties, voorziet VERSO de nodige aandacht aan het thema werkbaarheid, enerzijds door cijfermateriaal bijeen te brengen, anderzijds door de ondersteunende acties van HR-wijs.
Andere representatieve werkgeversfederaties leggen met specifieke initiatieven accenten die voor hun sector passend zijn.
Recente voorbeelden hiervan:
Ook vakbonden ondernemen –naast mobiliserende acties en persberichten- eerder globale dan wel sectorspecifieke initiatieven.
In België zijn er 3 vakbonden:
Een vakbond is een koepelorganisatie die georganiseerd is per sector. Ook wel de centrales genoemd. Zo heeft elke vakbond dus een centrale voor de social profit.
Voorbeelden hiervan:
De vakbonden in de non-profit zetten zich in voor zowel de hele sector op zich als voor iedere werknemer in de sector. Met werkgevers en de overheid onderhandelen vakbonden voor sociale akkoorden waar de hele sector beter van wordt. Deze akkoorden handelen over:
Collectieve arbeidsovereenkomsten of cao’s leggen wettelijke afspraken vast tussen vakbonden en werkgevers. Deze cao’s worden ofwel afgesloten voor de ganse social profitsector of voor één specifieke subsector.
Elke vakbond heeft ook beroepskrachten in dienst. Heb je een probleem met je werk of je werkgever? Of heb je een vraag over je werk of je loopbaan? Wil je meer weten over tijdskrediet? Ook voor individuele begeleiding en complexere vragen kan je bij je regionale vakbond terecht. Weet wel dat vakbonden de echt persoonlijke dienstverlening doorgaans voorbehouden voor leden.